RUG met rijdend onderzoekslab naar Bildts Aigene

Op donderdag 11 mei komt de Rijksuniversiteit Groningen naar St.-Annaparochie. Dan parkeert taalonderzoeker Raoul Buurke, die promotieonderzoek doet naar dialectverandering, het mobiele laboratorium ‘Spraaklab’ bij Bildts Aigene. Buurke heeft voor zijn onderzoek enkele mannen tussen de 52 en 58 jaar nodig voor enkele taaltests. Daar is in voorzien, maar voor iedereen die nieuwsgierig is, is het de moeite waard die donderdag een kijkje te komen nemen.

Het ‘Spraaklab’ is ontwikkeld door de Rijksuniversiteit Groningen. Het is een mobiel laboratorium dat op locatie onderzoek doet naar (streek-)talen. In het Spraaklab wordt op verschillende manieren onderzoek gedaan naar de productie van spraak, waaronder ook het dialectonderzoek valt. In Groningen is er op dit gebied een sterke traditie voor het doen van vernieuwend onderzoek, waarbij vaak grote datasets en geavanceerde berekeningen worden gebruikt.

Het bezoek van het ‘Spraaklab’ aan St.-Anne is georganiseerd door Gerard de Jong, meertaligheidscoördinator bij gemeente Waadhoeke, en Bildts Aigene. Zij ondersteunen hiermee graag het onderzoek dat Buurke uitvoert.

Taalkundig onderzoek
In het rijdende lab zit een werkruimte en een geluidsdichte ruimte waar onderzoekers met geavanceerde apparatuur data kunnen verzamelen. Het Spraaklab wordt naast onderzoek naar dialecten ook ingezet voor taalkundig onderzoek bij bijvoorbeeld Parkinsonpatiënten en bij publieksevenementen. Zo stond het lab vorig jaar nog op wetenschapsfestival Expeditie Next in Franeker.

Buurke zelf doet onderzoek naar streektalen in het noorden van Nederland. “Voor dit onderzoek vragen we sprekers om Nederlandse woorden te vertalen naar hun lokale taal en dit in te spreken. Vervolgens wordt een korte vragenlijst ingevuld. Dit kost samen ongeveer 10-15 minuten, dus het is snel gepiept.”

Computermodellen

Uit onderzoek van de afgelopen jaren blijkt dat veel dialecten qua klank steeds meer op het Nederlands beginnen te lijken. De opnames en ingevulde woordenlijsten worden volgens Buurke gebruikt om computermodellen te bouwen, waarmee men wil kunnen voorspellen waar er in de toekomst de meeste dialectverandering plaats zal vinden. Volgens de onderzoeker kan dat heel specifiek worden bepaald, zelfs tot op een specifiek dorp of plaats.

Buurke’s onderzoek vindt plaats onder toezien van prof. dr. Martijn Wieling, bijzonder hoogleraar Nedersaksische / Groningse taal en cultuur. Meer kennis van streektalen helpt volgens de onderzoeker bij het ontwikkelen van lesmaterialen en, zeker bij jongeren, bij de bewustwording van het belang van een streektaal.

Het Spraaklab is als technisch vernuft op wielen de moeite waard om eens te bekijken. Dat kan donderdag 11 mei, bij de bibliotheek in St.-Annaparochie, van 10.00 tot 13.00 uur.